Dawn of the dead

Dawn of the dead (1978): Moeder aller zombie-films

Deze recensie is slechts bedoeld voor een zeer kleine categorie liefhebbers. Want maar heel weinig mensen beleven plezier aan zombiefilms, films waarin wandelende lijken zich culinair verrijken met menselijke ingewanden. Nóg minder mensen zijn bereid om een niveau dieper te kijken dan de bloederige brij en door de ingewanden heen een flinke portie maatschappijkritiek te ontwaren. En vrijwel niemand zit te wachten op een zeer uitvoerige recensie over die aspecten van zo’n film…

Maatschappijkritiek? In een zombiefilm? Inderdaad. Laat ik vooraf toch nog maar in herinnering brengen dat ieder filmgenre haar meesterwerken kent. Geen enkel genre brengt alleen maar waardeloze prullen voort. Ook in het horrorgenre komen juweeltjes voor. Dat veel mensen er geen voorkeur voor hebben is wat anders. Ik houd niet van drama. Al dat trage geleuter en geforceerde gejank van Meryl Streep en Dustin Hoffman is aan mij niet besteed. Toch herken ik in dat genre meesterwerken.

Deze recensie gaat over Dawn of the dead, een meesterwerk, jawel, van regisseur George A. Romero. Romero is in het horrorgenre een held. En dat komt vooral door één film: Dawn of the dead uit 1978. Hoewel er eerder films waren gemaakt over wandelende doden, ook door Romero, heeft Romero met Dawn of the Dead het zombiegenre gedefinieerd. De film heeft bij de liefhebbers een cultstatus.

Ik maakte kennis met Dawn of the dead toen de film in 1980 in de videotheek lag. Ik was 14 en volledig overdonderd. De film toont een totaal ontwrichte wereld waarin clubjes vrijbuiters het hoofd boven water proberen te houden. Zij worden belaagd door wandelende doden die met hun beet mensen kunnen besmetten. Wie eenmaal gebeten is wordt zelf ook een wandelende dode.

Maar laten we beginnen met de minpunten van Dawn of the dead. Ook ik zie dat er technisch en artistiek een heleboel niet deugt aan Dawn of the dead. Om te beginnen zit je 2 uur naar onzin te kijken. Wandelende lijken bestaan niet. Maar wie dat bezwaarlijk vindt kan zich beter niet verdiepen in film. Want een onwerkelijk gegeven is juist de essentie van film. Anders hoeft de film niet te worden vertoond en kijken we gewoon uit het raam.

De verhaallijn van Dawn of the dead is flinterdun. Het acteerwerk is met name in het begin van de film nogal houterig. Mogelijk daardoor heeft geen van de hoofdrolspelers de afgelopen 30 jaar nog een andere rol van betekenis gespeeld. En hoewel de special effects vaak behoorlijk gruwelijk zijn is het bloed toch zichtbaar nep. Want de pot verf had net de verkeerde kleur en dikte. Figuranten worden meer dan eens gerecycled. Dus een zombie die een kwartier geleden in Philadelphia aan stukken is geschoten duikt 200 kilometer voorbij Harrisburg gewoon weer op. Vooral de verpleegster-zombie is een recidivist. Het geluid, inclusief de kenmerkende muziek, is in krakend en ruisend mono opgenomen. Al dit gepruts leidt uiteindelijk toch een beetje af.

Waarom is Dawn of the dead dan toch zo de moeite waard? Omdat het een een zeer rake en vroege aanklacht is tegen het rommeltje dat de gevestigde orde van de Verenigde Staten heeft gemaakt.

Vroeg na de Tweede Wereldoorlog stond de Verenigde Staten bekend als het meest vrije, rijke en machtige land ter wereld. Het was de plek waar iedereen die op zoek was naar een beter leven naar toe moest gaan. Maar de de oorlogen in Korea en Vietnam deden afbreuk aan dat mythische imago. Toen daar in de eerste helft van de jaren ’70 een forse economische crisis overheen ging werd het land langzaam verscheurd in de ‘haves’ en de ‘have-nots’. De haves consumeerden zich ongans terwijl de have-nots op straat krepeerden. De binnensteden verloederden en armoede, drugs, criminaliteit en raciale spanningen kenmerkten het straatbeeld. Meer dan 2 miljoen Amerikanen zaten in de gevangenis en nog eens 5 miljoen waren op borgtocht of voorwaardelijk op vrije voeten. Om zich tegen al die boeven te beschermen sloten steeds meer burgers zichzelf op in beschermde wooncomplexen. Verder was de koude oorlog in volle gang en bestond een voortdurende angst voor een nucleaire dreiging vanuit de Sovjet-Unie. Tegen die achtergrond van een bijna verscheurde samenleving maakte Romero Dawn of the dead.

Al die maatschappelijke narigheid weerspiegelt zich voortdurend in de film. In het arrestatie-team dat in het begin van de film een pand ontruimt schiet een rascist alles met een donkere huid tegen de vlakte. Wanneer het land ten prooi valt aan een epidemie van zombies belazeren de media de burgers door lijsten van niet meer in gebruik zijnde hulpstations te publiceren. De politie slaat zelf aan het plunderen en deserteren. Er is geen enkele gecoördineerde actie vanuit de autoriteiten te herkennen. Het straatbeeld wordt bepaald door ongeorganiseerde groepjes militairen en gewapende burgers die al schietend proberen om de wandelende doden op afstand te houden. Kortom, de samenleving zoals wij die kennen is volledig ontwricht en verworden tot een post-apocalyptisch strijdtoneel waar het recht van de sterkste geldt.

Wie graag zoete broodjes bakt zou vanuit dit gegeven een film kunnen maken waarin op de rokende ruinhopen van een verrot systeem een nieuwe samenleving wordt gebouwd. Een nieuwe samenleving die rechtvaardiger is dan de oude. Een nieuwe samenleving waarin we niet meer de fouten van vroeger maken.

En die kant lijkt het in eerste instantie ook op te gaan. Want in de film volgen we een klein groepje vrijbuiters dat zich probeert staande te houden. En dit groepje blijkt volledig politiek correct te zijn samengesteld. Want behalve twee blanke mannen bevinden zich ook een vrouw en een African American in het gezelschap. De vrouw eist, geheel in de geest van de tijd, haar rol op in het gezelschap en de African American is overduidelijk de meest geduldige, verstandige en krachtige van het stel. Alle vier zijn zij rechtschapen en betrouwbaar. En zij hebben de wil en het uithoudingsvermogen om een nieuw bestaan op te bouwen.

En dat doen zij ook. Want zij vinden een door zombies bevolkte maar door mensen verlaten shopping mall alwaar zij hun intrek nemen. Zij ruimen het complex op, bouwen er hun eigen appartementje, wachten braaf op uitzendingen van het officiële noodkanaal en vallen verder niemand lastig.

Maar stap voor stap wordt de droom verstoord. Want onze vier helden zijn niet alleen ontsnapt aan een verrotte samenleving. Ze maakten er ook deel van uit. En daarom dragen ze de kiem bij zich voor een nieuwe mislukking. Want zijn twee van onze helden niet gewoon deserterende politie-mannen? En verplaatsen zij zich niet in een helikopter die zij gestolen hebben van een van hun werkgevers? En overleven zij niet gewoon door materialen te plunderen die hen niet toebehoren?

Het ik-denken neemt ongemerkt steeds grotere vormen aan. Want ons viertal verschanst zich in het complex en sluit zich volledig af van de rest van de wereld. Belangstelling voor het lot van anderen is al heel snel niet meer aan de orde. Die leefstijl is uiteindelijk een kopie van de door de rijke Amerikanen gekozen zelf-isolatie in ‘gated communities’. Vanuit die positie kan ons viertal alleen wachten tot het over is, en draagt zij in het geheel niet bij aan het bouwen van een nieuwe wereld.

Dan is er de wijze waarop onze helden hun dagen vullen. Dat doen ze door gratis boodschappen te doen, winkels leeg te plunderen, een beetje voor een leeg tv-scherm te hangen en zombies om te leggen en uit te lachen. Want de zombies die instinctief terugkeren naar wat in de film omschreven wordt als ‘belangrijke plekken in hun leven’ staan symbool voor de hersenloze consument. Ze staan wezenloos achter elkaar op de roltrap en staren gebiologeerd naar winkelwaren zonder te begrijpen waar het goed voor is. Onze helden kunnen daar smakelijk om lachen terwijl zij zelf evengoed hun wagentjes en mandjes hersenloos vullen met rommel die zij onder de gegeven omstandigheden volstrekt niet nodig hebben.

Niet alleen raken onze helden volledig in de ban van het consumentisme, zij raken ook nog eens verblind door al hun speeltjes waardoor ze steeds meer fouten maken. Fouten die er toe leiden dat een van hen wordt besmet met het zombievirus. En dat is een keerpunt in de film. Vanaf dat moment is er iets geknapt waardoor nog grotere fouten op de loer liggen.

Die fouten worden gemaakt wanneer het winkelcentrum onverwacht wordt aangedaan door een bende motorrijders. In plaats van zich gedeisd te houden openen onze helden het vuur. Zij proberen met geweld te voorkomen dat dieven er vandoor gaan met de spullen die zij zelf al hadden gestolen. Onze helden zijn inmiddels zo ver dat ze bereid zijn om dodelijke slachtoffers te maken om hun spulletjes te beschermen. Hetgeen wordt gerechtvaardigd met: ‘It is ours, we took it first’.

Niet al onze helden kunnen deze helletocht overleven. En wie zich realiseert welk type mens verantwoordelijk wordt geacht voor het maatschappelijke verval in de Verenigde Staten, begrijpt wie in deze film de kans krijgen om ongeschonden de eindstreep te halen. En onze hoop vormen op een nieuw en beter bestaan. En dat is anno 2008 een zeer actuele boodschap. Wie de dit jaar gehouden Amerikaanse presidentsverkiezingen heeft gevolgd weet wie daar als de twee grote winnaars uit zijn gekomen. De gevestigde orde heeft er een rotzooi van gemaakt. Het is nu aan anderen om een poging te doen de Verenigde Staten te herscheppen. En dat lijkt Dawn of the dead 30 jaar geleden al te hebben voorspeld.


(2540 views)

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.